Het trainen van je hond voor IGP, speuren of appèl vraagt om een goede voorbereiding. IGP omvat drie disciplines: speuren (een spoor volgen en voorwerpen verwijzen), appèl (gehoorzaamheid, zoals volgen, zitten, liggen en apporteren) en pakwerk (de hond bewaakt een pakwerker). Speuren en appèl kunnen ook los worden getraind.
Controleer eerst of je hond geschikt is. Werkhondenrassen zoals de Duitse Herder zijn ideaal, maar andere rassen kunnen ook meedoen. Zorg dat je hond gezond is, gemotiveerd en sociaal. Begin met pups al vroeg met speuren en lichte appèloefeningen, maar wacht met pakwerk en springen tot 15-18 maanden.
Leg een stevige basis met socialisatie en basisgehoorzaamheid (zit, lig, hier). Gebruik positieve versterking, zoals voer of spel, om motivatie op te bouwen. Voor speuren: start met korte sporen, gebruik officiële IGP-voorwerpen en train op verschillende ondergronden. Leer je hond voorwerpen te verwijzen zonder voer eronder. Voor appèl: werk aan precisie in volgen, zitten, liggen en apporteren, en oefen met afleidingen. Schotvastheid is ook belangrijk.
Train in korte sessies (5-10 minuten), wees geduldig en consistent, en ken je hond: wat motiveert hem? Zoek een ervaren trainer of club, zoals een bij de NBG aangesloten vereniging, vooral voor pakwerk. Vermijd veelgemaakte fouten zoals te snel gaan, verkeerde speurvoorwerpen gebruiken of te veel druk leggen. Deze sporten versterken de band met je hond, bieden mentale en fysieke stimulatie en vergroten zijn zelfvertrouwen. Focus op plezier en vooruitgang!